Draagvlak in Europa:
In de schoot van de EU zijn diverse werkgroepen bezig met het thema van de socio-culturele diversiteit die de West-europese samenleving steeds nadrukkelijker kenmerkt, en niet enkel in positieve zin, maar ook als bron van spanning en conflict. Om de burgers van de toekomst hierop voor te bereiden, speelt de school een sleutelrol. Adviezen aan de raad van Europa hebben gewoonlijk volgende strekking:
Het Vlaamse ministerie van onderwijs heeft zowel in VOET@2010 als in de nota’s Monard/Smet bewust aansluiting gezocht bij deze Europese ontwikkelingen en adviezen echter zonder zich over de levensbeschouwelijke vorming uit te spreken. Het huidige verzuilde aanbod aan levensbeschouwingen in het Vlaams onderwijs lijkt ons voor het verwerven van deze competenties eerder een hinderpaal dan een vehikel. Een vak waarin op een dialogerende manier kennis wordt gemaakt met de diverse standpunten en belevingen aangaande grote levensvragen, ethisch gedrag en de maatschappelijke impact daarvan,lijkt beter geschikt.
In de schoot van de EU zijn diverse werkgroepen bezig met het thema van de socio-culturele diversiteit die de West-europese samenleving steeds nadrukkelijker kenmerkt, en niet enkel in positieve zin, maar ook als bron van spanning en conflict. Om de burgers van de toekomst hierop voor te bereiden, speelt de school een sleutelrol. Adviezen aan de raad van Europa hebben gewoonlijk volgende strekking:
- In het gewone curriculum zou elke school de leerlingen vaardigheden moeten aanleren (kennis, begrip, gedrag, aanvoelen) in verband met socio-culturele diversiteit.
- Binnen dat aandachtsgebied heeft levensbeschouwelijke vorming zijn natuurlijke plaats. De pluraliteit in morele, (niet-)religieuze, maatschappelijke en culturele overtuigingen is immers een belangrijk onderdeel van de socio-culturele diversiteit.
- Dit vakgebied moet vakinhoudelijk en pedagogisch-didactisch goed omkaderd worden, juist omdat het een terrein is vol voetangels en klemmen.
- Een adequate leerkrachtenopleiding of bijscholing (pre-service en in-service training) dient daarom parallel te worden uitgebouwd aan de ontwikkeling van dit vak.
- Als dit plurale karakter wordt gegarandeerd, inclusief een wetenschappelijk onderbouwde omkadering en opleiding, voldoet - volgens Europese juristen - zo’n vak aan het neutraliteitscriterium. Dat wil zeggen dat er vanuit Europees recht geen noodzaak bestaat om een 'opt-out' te voorzien. Elke leerling kan dus verplicht worden dit vak te volgen (zie hiervoor bijv. de Toledo guiding principles).
Het Vlaamse ministerie van onderwijs heeft zowel in VOET@2010 als in de nota’s Monard/Smet bewust aansluiting gezocht bij deze Europese ontwikkelingen en adviezen echter zonder zich over de levensbeschouwelijke vorming uit te spreken. Het huidige verzuilde aanbod aan levensbeschouwingen in het Vlaams onderwijs lijkt ons voor het verwerven van deze competenties eerder een hinderpaal dan een vehikel. Een vak waarin op een dialogerende manier kennis wordt gemaakt met de diverse standpunten en belevingen aangaande grote levensvragen, ethisch gedrag en de maatschappelijke impact daarvan,lijkt beter geschikt.